Donald Trump, Kanye West, Pablo Picasso, Ike Turner, Madonna, de partner van je vriendin, je ex, je baas, ... Het lijkt wel alsof er nooit meer narcisten waren dan nu. De term narcisme wordt dan ook steeds vaker in het dagelijkse leven gebruikt. Dit heeft ervoor gezorgd dat we anderen, vaker dan vroeger, als narcist zullen bestempelen. Iedereen denkt er wel eentje of meerdere te kennen.
Laat ons hier even bij stilstaan.
Zijn er vandaag meer narcisten dan vroeger? Onderzoek geeft aan dat er wel degelijk meer mensen zijn met een ongezonde portie narcisme. Uit epidemiologische studies blijkt dat ongeveer 6-7% van de bevolking aan criteria voldoet voor de diagnose narcistische persoonlijkheid stoornis (NPS). De kans dat je een narcist tegen het lijf loopt is dus reëel.
Onderzoekers geven aan dat dit een gevolg is van verschillende factoren.
Enerzijds zijn de diagnostische criteria voor ongezonde vormen van narcisme en narcistisch persoonlijkheidssyndroom, de ziekmakende vorm van narcisme, in de loop der jaren veranderd en verfijnd. Dit heeft ervoor gezorgd dat deze gedragsstoornis steeds beter herkend en geïdentificeerd wordt. Dit heeft ongetwijfeld een impact op de cijfers.
Anderzijds suggereren onderzoekers dat er ook maatschappelijke factoren een rol spelen. We leven in een wereld waarin het ego steeds belangrijker wordt. Het individualistische karakter van onze maatschappij is de perfecte voedingsbodem voor het ontwikkelen van een ongezonde vorm van narcisme. Prestaties, successen, de perfecte looks, de hoeveelheid likes op sociale media, rijkdom, uiterlijk vertoon en ga zo maar door, krijgen steeds meer aandacht. Om graag gezien te worden, of om erbij te horen, moet je hoog scoren op deze zaken. Het ego moet gevoed worden om een gevoel van zelfwaarde te creëren. Helaas levert dit gedrag in eerste instantie persoonlijke winst op.
Een andere maatschappelijke factor is de manier waarop kinderen worden opgevoed. De generatie ouders van vandaag, en daar reken ik mezelf ook bij, zijn meer gericht op positief motiveren dan op straffen. Ik blijf het een mooie overtuiging vinden maar er zitten valkuilen in dit gedachtegoed. Als een kind voortdurend lof krijgt, kan het een overmatig gevoel van eigenwaarde ontwikkelen en zichzelf als superieur gaan beschouwen. Wanneer ze daarbovenop ook een tekort aan grenzen ervaren, niet voldoende gecorrigeerd worden of verantwoordelijk gehouden worden voor hun daden, kan het kind een vorm van ongezond narcisme ontwikkelen. Het is dus een kwestie van balans te houden tussen aandacht geven aan hun kwaliteiten, fout gedrag te corrigeren en duidelijk afgebakende grenzen te stellen. Kinderen groeien vandaag ook in veel kleinere gezinnen op waardoor er een toename is van individuele aandacht en toename van gevoelens van eigenwaarde. Ja, we spreken zelfs over onze kleine prinsjes en prinsessen... Hebben we nu met zijn allen een hele nieuwe generatie narcisten gekweekt? Natuurlijk niet. Om de ergste vorm van narcisme te ontwikkelen zijn er nog factoren nodig, daar lees je verder in dit boek meer over. Het in vraag stellen van onze maatschappij en manieren van opvoeden, in het kader van het toegenomen narcisme, lijkt me wel interessant en nodig.
Het is een goede zaak dat narcisme en toxische relaties steeds gekender worden zodat mensen die ermee geconfronteerd worden dit kunnen herkennen en dat ze de nodige taal hebben om dit bespreekbaar te maken. Ja, je kent misschien wel de legende van Narcissus, maar dat wil niet zeggen dat je gedragsproblematiek begrijpt. Het is vaak een lange zoektocht om narcisme te kunnen begrijpen en hoe ermee om te gaan. Ik hoop dan ook dat het boek 'narcisme en toxische relaties (ont)snappen' het voor lotgenoten makkelijker maakt om te begrijpen wat ze meemaken en wat de stappen zijn die ja kan nemen om er aan te ontsnappen.
copyright Gina Peeters
Lees meer in het boek 'Narcisme en toxische relaties (ont)snappen'

Comments